Grondwettelijke hof spreekt zich uit over indieningstermijn voor antwoord op bericht van wijziging

Een belastingplichtige die van de fiscus een bericht van wijziging ontvangt, heeft in principe één maand tijd vanaf de derde werkdag volgend op de verzending van het bericht, om daarop te antwoorden.

Grondwettelijke hof spreekt zich uit over indieningstermijn voor antwoord op bericht van wijziging

Een belastingplichtige die van de fiscus een bericht van wijziging ontvangt, heeft in principe één maand tijd vanaf de derde werkdag volgend op de verzending van het bericht, om daarop te antwoorden. Dat antwoord moet schriftelijk gebeuren in de vorm van een gewone brief of via een aangetekend schrijven. De fiscus kan dan de aanslag van ambtswege toepassen - waarbij de bewijslast omgekeerd wordt - zo er niet of te laat wordt geantwoord.

Het volstaat echter niet dat het antwoord binnen de maand verstuurd wordt. Het moet voor het einde van die termijn door de fiscus ontvangen zijn. Antwoorden op de laatste of voorlaatste dag van de termijn is dus te laattijdig, tenzij er via een een aangetekende brief wordt geantwoord. Het Grondwettelijk Hof heeft immers beslist dat de datum van de poststempel op het verzendingsbewijs als indieningsdatum telt (GwH, nr. 95/2020).